Bikkelspel0000.0011

 

 Literatuur

 

- Rich, Anthony, Dictionnaire des antiquités romaines et grecques. Traduit de l'anglais sous la direction de M. Chéruel. (Heruitgave 19de-eeuwse publicatie). Paris (Veyrier), 1987. [752 blz. ISBN -]. Hierin "Talus", 1e betekenis: blz. 626 (in de oudheid werd al met bikkels gespeeld, ook met metalen vaak bronzen exemplaren. Deze hadden ook andere functies).

- "Kijkkistjes". In: Nieuwsbrief Volksbuurtmuseum Wijk C, 12-2006 [jrg 13, nr 52], blz. 5-6 (hierin: "Het bikkelspel is een heel oud spel, voor de jaartelling werd het in Egypte en Griekenland al gespeeld. Begin twintigste eeuw raakte het uit de mode, maar in Wijk C werd toen nog volop gebikkeld. Bikkels zijn kootjes uit de achterpoot van een schaap of geit. Schapen en geiten werden in Wijk C soms nog door de mensen zelf geslacht, en dan kregen de kinderen die botjes voor het bikkelspel. Ook kon je bikkels van tin of brons in de winkel kopen. Een bikkel had vier kanten, de rug, de put, de staander en het esje. De rug is de brede en bolle kant, de put de kant met het kuiltje, de vlakken kanten zijn de staander (de staande kant) en het esje (de kant met een S-vorm erin). Door die vier kanten van de bikkel kon je het spel in verschillende series en varianten spelen. De stuiter werd opgegooid en terwijl de stuiter in de lucht was moest je telkens een bikkel oprapen, opgooien of omkeren. Daarna moest je dat met steeds meer bikkels tegelijk doen, en bijvoorbeeld tussen verschilende vingers. Als je een fout maakte was je af en ging de ander verder tot die ook af was. Je moest goed onthouden waar je gebleven was en snel reageren" - dit is de relevante tekst volledig)

- Rijk, Annie de, Een andere kraamkamer. Utrecht (De Mare & Westers), 1983. [96 blz. ISBN 90.6107.0643] (De jeugdherinneringen van Annie de Rijk spelen zich voor een groot deel af rond haar woning, ze werd in 1909 geboren in een hofje van de Walsteeg [opmerking: het beschreven hofje moet Frederiksoord zijn (Walsteeg 2 e.v.) - jp0615].
Blz. 13: "op het Springweg is een fietsenwinkel. die heeft een marmeren stoep daar gaan we vaak bikkelen. ik heb mijn bikkel wel verloren als de klok van de Dom ging spelen" [de rijwielhandel van Jongerius lag vlak bij de Walsteeg, met de 'marmeren stoep' moet de hardstenen trede voor de ingang bedoeld zijn - jp0615]